30 december 2022

Gera de Koning in 9 citaten: “Thuiszorg illustratief voor waardering van de vrouw”

Ze is als meervoudig vrijwilliger, zorgwerker en mens het cement van talloze verenigingen en andere kleine samenlevingen geweest. Als voorzitter fungeerde ze bijna tien jaar als het sociale geweten van de Winterswijkse PvdA-afdeling. Gera de Koning (64) in 9 citaten: ze kijkt terug op haar volle leven, waarvan nu nog maar een klein stukje over is.

  1. “Ik ben de mama van de club”

Onlangs nam Gera afscheid als bestuursvoorzitter van de PvdA Winterswijk. Ze was jarenlang het boegbeeld van de lokale afdeling. Onbezoldigd. Zoals ze veel, héél veel onbetaald vrijwilligerswerk heeft gedaan in haar leven. “Manusje van alles, mama van de club,” noemt Gera zichzelf op de website van de Winterswijkse Partij van de Arbeid. Maar ze is meer dan dat.

Bij haar terugtreden als voorzitter in oktober, zei haar opvolger Marijke Hietkamp: “Jij hebt de afdeling nieuw leven ingeblazen. Het gaat jou om het sociale gezicht van PvdA. Als voorzitter was jij dat letterlijk gewoon zélf. Zomaar bij mensen op bezoek gaan of een kaartje door de bus doen. Of het nu de burgemeester of de conciërge is, of het nu een sociaaldemocraat, christendemocraat of liberaal is.” Ja, het is Gera ten voeten uit.

Gera zegt er zelf over: “Ik hoor mensen wel eens zeggen dat ze ergens niet naartoe gaan, omdat ze vinden dat ze er niets te zoeken hebben. Mijn standpunt is anders: hoezo heb je ergens niks te zoeken? Je kunt toch ook gewoon ergens heen gaan en afwachten of een ander jou misschien vínden wil?” 

  1. “Ik mocht breien op zondag”

“Ik mocht gewóón breien op zondag!” roept Gera euforisch. Ja, zij mocht het. In mei 1958 is ze geboren in Leeuwarden. In een gereformeerd milieu. Maar haar ouders zijn niet zo strikt in de leer als andere gereformeerden. Breien was bij veel families taboe op de dag des Heren, bij Gera thuis niet. “Ik had ook gaatjes in mijn oren,” lacht ze. “Nou, dat hoorde niet. Want dat hadden alleen schipperskinderen. Ik mocht het wel. Wij hadden ook een kerstboom thuis. Nou, die kwam er bij Berts ouders écht niet in.”

Bert is haar man Bert Klont, een Groninger die opgegroeide in een streng gereformeerd-vrijgemaakt gezin. Nadat Gera het vwo fluitend doorloopt in de Friese hoofdstad, ontmoeten de twee elkaar bij de gereformeerde studentenvereniging Hendrik de Cock, tijdens hun beider studie in Groningen. Aan de Rijksuniversiteit in de stad voltooit Gera een studie psychologie. Nee, nooit heeft ze als psycholoog gewerkt. “Ik ben een doener, een doe-mens. Ik zet alles graag om in dadelijk handelen,” motiveert ze. “Ik ben niet geschikt om de hele dag achter een bureau te zitten en te vragen hoe het gaat.” Gera vindt haar stiel uiteindelijk elders in de zorg.

  1. “Daar hingen de bh’s aan de muur”

Haar tijd als student in Groningen zijn voor Gera vormende jaren. Haar activisme wordt er geboren. “Politiek gezien heb ik altijd aan de kant van de vrouwenzaak gestaan,” zegt ze. Als PvdA-voorzitter gaf Gera hieraan uiting. Zo is in Winterswijk de afgelopen jaren steevast stilgestaan bij de Internationale Vrouwendag. De PvdA deelde rozen en presentjes uit aan Winterswijkse powervrouwen, maar organiseerde ook een vrouwencongres in de raadszaal.

Gera vertelt: “Tijdens mijn studietijd in Groningen kwam ik al snel terecht in het Vrouwencafé. De Dikke Trui heette dat geloof ik. Er hingen bh’s aan de muur. Want het dragen van bh’s werd beschouwd als een vorm van vrouwenonderdrukking. Kwesties als ‘baas in eigen buik’ en abortus speelden volop. Maar ook zaken als ontslag voor vrouwen die gingen trouwen, zoals een vriendin van mijn zus overkwam. Het waren vraagstukken waarover ik nooit nadacht voordat ik in Groningen ging studeren. Mijn studententijd heeft dat in mij wakker gemaakt.”

  1. “Wijze ouwe wijven in Haarlem”

Gera studeert af op een scriptie over de behoeften en noden van ouderen. Gedurende een half jaar geeft ze in Haarlem leiding aan een project om ouderen meer bij de lokale politiek te betrekken. In onze tijd participeren senioren volop in de gemeentepolitiek, maar rond 1978 was dit zeker niet het geval. “Ik was betrokken bij de oprichting van de Wijze Oude Wijven in Haarlem,” licht Gera toe. “Dat was een landelijke club die op mensen op leeftijd met de politiek in aanraking bracht.”

Nadat ze is afgestudeerd, verkast Gera samen met Bert naar Amsterdam. Sinds 1979 zijn ze een stel. Bert vindt in de hoofdstad een plek om te promoveren tot doctor in de scheikunde. Doctorandus Gera gaat mee. Ze werkt in de dagbesteding, maar houdt zich ook bezig met thuiszorg. “Thuiszorg was toen eigenlijk niet geregeld, een structuur was er nog niet,” licht Gera toe. “Ik ging op bezoek bij mensen, praten over hun behoefte aan zorg thuis. Het was de tijd dat de thuiszorg zijn vorm kreeg.”

Een moeilijke tijd volgt voor familie De Koning-Klont. De economische crisis van de jaren-1980 laat het gezin niet onberoerd. Bert is weliswaar gepromoveerd, maar werk is niet te vinden. Gera verdient met haar zorgarbeid bovendien niet de hoofdprijs. Terugkijkend zegt ze: “Je kunt wel spreken van armoede. Een huurwoning van 1400 gulden in Gaasperplas, al snel een dochter en twee zoons… Dan is een bijstandsuitkering als basis geen vetpot.” Na lastige jaren, verkast het gezin naar Huizen. Bert krijgt in het naburige Bussum een parttime aanstelling als leraar scheikunde.

  1. “Crossen met rolstoelen door het bos”

De episode ‘Huizen’ is van korte duur. Een aanstelling als docent in Stadskanaal, voert Bert en dus Gera naar weer een nieuwe woonplaats, Nieuw-Buinen. Gera is primair moeder. Daarnaast heeft ze jobs op een artsenlaboratorium en in de thuiszorg. Tussendoor blijft ze als vrijwilliger hyperactief, vanzelfsprekend. Zo ‘crosst’ ze twintig jaar op gezette tijden met rolstoelen door de bossen als onbezoldigd begeleidster bij Het Vakantiebureau, een protestantse organisatie voor zorgvakanties.

Als het gezin in 1995 veenkolonie Nieuw-Buinen verruilt voor een woning in het naburige Exloo, gaat Gera helemaal los. Ze zet zich in voor zo’n beetje alle verenigingen in het Drentse dorp. Van kerk tot dorpsvereniging, van scouting tot muziekclub. Bovendien gaat Gera met talloze collectes langs de deuren. Als ze na twaalf jaar Exloo verlaat, zit het dorp in één klap zonder collectant voor Jantje Beton, de Hartstichting, KWF, het Prins Bernhardfonds en nog een stuk of acht andere clubs en organisaties.

  1. “In ben zo de kerk weer uitgelopen”

Het is inmiddels 2007. Bert wordt docent op Schaersvoorde in Aalten. Het brengt de familie De Koning-Klont naar Winterswijk. Gera maakt kwartier in haar nieuwe woonplaats. Zoals ze dat vaker gedaan heeft: ze zoekt aansluiting in het verenigingsleven en de kerk.

Van de gereformeerde kerk heeft ze rond haar twintigste afscheid genomen. “Ik wilde er niet langer financieel aan bijdragen,” motiveert ze. Toch is de gereformeerde kerk in Winterswijk één van de eerste plekken die ze bezoekt om in te burgeren. “De vrouwen zaten aan de ene kant, mannen aan de andere… Toen ik dat zag, ben ik de kerk meteen weer uitgelopen en op zoek gegaan naar een lossere kerk. Met dogma’s wil ik niks te maken hebben. Het enige wat ik wilde, is mij nuttig maken.”

  1. “De zorg is een jungle geworden…”

Gera vindt in Winterswijk opnieuw emplooi in de thuiszorg. Haar beroep staat op de drempel van grote veranderingen door de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Thuiszorg wordt een markt van gemeentelijke aanbestedingen, een prijsmarkt dus. Wat te voorzien was gebeurt: thuiszorgers zijn het kind van de rekening. “De WMO is een drama voor de zorgmedewerkers,” zegt Gera. “Ik begon bij Sensire op €7,12 per uur en eindigde in 2017 op €12 komma nog wat. Gelukkig waren we niet afhankelijk van mijn salaris. Maar dat is natuurlijk voor veel andere vrouwen wel zo.”

“Het uurloon zou eigenlijk richting de €20 moeten. Dat lijkt me niet meer dan normaal als je kijkt naar de verantwoordelijkheid en de werkdruk. Ik heb geen auto, ik fietste als thuiszorger van de Haart naar Meddo en weer terug… De zorg is een jungle geworden, de politiek heeft daar totaal geen gevoel bij. Het is een sprekend voorbeeld van structurele onderwaardering van vrouwenarbeid. Thuiszorg is illustratief voor de houding jegens het werk van de vrouw. Vergelijk het maar eens met jonge mannen die deur aan deur abonnementen en contracten verkopen voor energiebedrijven, Amnesty en KWF. Ze verdienen per uur zomaar 25 euro. Ik erger mij daaraan.” 

  1. “Posters plakken is fantastisch”

Vanwege de situatie in de thuiszorg, zoekt Gera in Winterswijk de lokale politiek op. Haar gereformeerde ouders stemden ARP, nu een bloedgroep van het CDA. Terwijl man Bert via de PSP afzwaaide naar links, stemde Gera altijd Partij van de Arbeid. Terugkijkend zegt ze over deze keuze: “Eerlijk gezegd, eigenlijk weet ik niet precies waarom ik dat deed.” In elk geval: de politieke beslissingen over de thuiszorg brengen Gera op de barricades.

Steeds hoger lopen de gemoederen op in de jaren 2007-2013. Bestaande zorgpartijen vallen om, nieuwe zorgbedrijven met scherpere uurtarieven staan op. De arbeidsvoorwaarden zijn een race naar bodem. Gera alarmeert de lokale politiek, maar ze vindt weinig weerklank. De enige partij die haar uitnodigt om te komen praten is Winterswijks Belang. Terwijl de SP voorop gaat in zorgdemonstraties in Varsseveld en elders, reageert de PvdA aanvankelijk niet op Gera’s noodkreet. Uiteindelijk krijgt ze contact met toenmalig fractievoorzitter Theo Hartjes (1956-2017). Die beweegt haar ertoe lid te worden van de PvdA. Gera sluit zich aan en wordt prominent actief in de Winterswijkse afdeling.

Hoe kijkt ze terug op haar episode in de lokale politiek? Gera: “Ik heb me steeds thuis gevoeld, ben blij dat de mensen mij een plek gaven en gunden. Dat ik me ik nu door mijn ziekte steeds meer “buitengesloten” voel, is iets waarvan ik vreselijk baal. Verder bekroop mij een soort van teleurstelling. Ik heb namelijk gemerkt dat het bij veel mensen niet doorkomt wat de politiek doet of waarmee je nou precies bezig bent. Politiek landt volstrekt onvoldoende bij de “buren”. Sommigen willen er trouwens ook helemaal niets van weten. Maar ondertussen zie je wel dat velen steeds bozer worden en zich niet gehoord voelen.” Gera kan er haar vinger niet helemaal achter krijgen, maar het zit haar niet lekker.

Waarvan ze het meest genoot in de politiek? Daarover hoeft Gera niet lang na te denken: “Poster plakken in verkiezingstijd. Samen plakken, dat vond ik altijd zo fantastisch om te doen!”

  1. “Gera, je hebt een raar kuchje”

In oktober legde Gera dus haar functie als plaatselijk PvdA-voorzitter neer. Ze was graag doorgegaan, maar het gaat niet meer. Aan het begin van de zomer van 2019 oordelen haar dochter en een vriendin dat Gera een raar kuchje heeft waarmee ze naar de dokter moet. De datum weet ze nog precies: 29 juni 2019.

Een dag later zit Gera bij de longarts. Die toont haar 80 tot 90 uitzaaïngen. Haar leven plooit ze sindsdien om chemo’s en afspraken in ziekenhuizen. Afgezien van andere bezoeken en behandelingen, is ze een keer of dertig in het AVL geweest, het Amsterdamse kankerziekenhuis. Ja, lang konden de artsen de tumoren eronder houden met stevige middelen. Nu is Gera moe. “Ik lig elke avond om zeven uur in bed. Ik ben gewoon kapot.” Ja, er is nog een klein stukje over van Gera’s volle leven. Begin januari wordt ze voor de eerste keer oma.


Gera deelde volop haar ervaringen van de laatste jaren:

Gera-interview met Pfizer
https://www.pfizer.nl/longkanker/we-maken-kleine-momenten-bewust-groot

Gera-interview Longkanker Nederland
https://www.longkankernederland.nl/ervaringsverhalen/gera-de-koning-kop-op-laat-je-hoofd-niet-hangen-geniet-zoveel-als-je-kunt


Tekst: Ubel Zuiderveld, secretaris PvdA Winterswijk